In de bieb viel mijn oog op het rijtje boeken van John Boyne. Omdat ik van eerdere boeken (zoals wat het hart verwoest , de grote stilte ) erg genoten heb, pakte ik ook een reiziger mee. En wat een bijzonder boek is dat. Zoals in andere boeken van John Boyne wordt je helemaal meegezogen in de wereld en het verhaal van de hoofdpersoon, de ik-figuur. Het koste me in het begin wat moeite om in dit verhaal te komen, maar hoe verder ik kwam, hoe meer moeite ik had om het boek neer te leggen.
Een reiziger gaat over een mannelijk ik-figuur die de lezer in korte hoofdstukken meeneemt door zijn leven. Het opgroeien onder een vader met een sterk karakter, in een gezin waarin de moeder op unieke wijze de bijvrouw van haar man een plek geeft en gunt. Over de creativiteit die het leven van de hoofdpersoon op verschillende manieren beïnvloed, over zijn opgroeien tot man, het beleven van liefde en van grote verliezen, de gevoelens van verdriet en van wraak die daarmee samen hangen.
Het bijzondere aan de hoofdstukken, en de belangrijkste reden waarom ik wat moeite had om in het verhaal te komen, is dat elk hoofdstuk zich op een andere plaats afspeelt. Het verhaal van de hoofdpersoon en zijn gezinsleden wordt naadloos voortgezet, terwijl de setting zich verplaatst naar een andere locatie en een andere tijd. Zo begint het verhaal rond het jaar 0 en eindigt het met een hoofdstuk dat zich in de toekomst en in de ruimte afspeelt. Onderweg maakt de schrijver sprongen van enkele jaren tot tientallen jaren en doen we alle werelddelen aan. Bijzonder is het wanneer sprongen gemaakt worden die vragen om een enorme verschuiving van perspectief, bijvoorbeeld vanuit een Europees klooster op christelijke basis naar een vergelijkbare setting in een Aziatisch land waar uiteraard een heel andere godsdienst de basis van het samenkomen en -wonen van mensen is. En onderwijl loopt het verhaal door. Je blijft meegezogen worden in het verhaal en de gevoelswereld van de ik-figuur en wordt er bijna stiekem op gewezen dat de menselijke emoties over de hele wereld zeer gelijkend zijn.
Naast het boeiende en grijpende verhaal, kreeg ik gaandeweg het boek ook steeds meer waardering voor het format. Het vakmanschap van John Boyne als schrijver wordt met elk hoofdstuk duidelijker. Slechts in een heel enkel geval ervoer ik de sprong in tijd en locatie als ongemakkelijk, als gezocht. In alle andere gevallen vond ik de uitvoering van de sprong zeer knap en verrassend uitgevoerd. Samengevat is het boek wat mij betreft een enorme aanrader.
Al langere tijd studeer ik (af en toe) op ‘Een levensregel voor beginners’ van Wil Derkse. Het boek heb ik al jarenlang in huis, maar de afgelopen maanden ben ik me er pas echt op gaan toeleggen. Het paste heel goed bij mijn magische ochtenden. Even in stilte zijn, al schrijvend dichter bij mijzelf komen en korte tijd studerend lezen.
De afgelopen weken was het vooral het schrijven dat ik vol hield. Drie, of soms maar twee, volle pagina’s en dan vond ik dat mijn ‘eigen tijd’ lang genoeg had geduurd. Vandaag pakte ik heel bewust het boek van Wil Derkse er weer eens bij en las over de kunst van het beginnen en van het ophouden. Over het meteen reageren. Wanneer het klokje zegt dat het tijd is om te beginnen meteen van start gaan en wanneer het tijd is om op te houden (en aan iets anders te beginnen) eveneens meteen te reageren.
De kunst van het beginnen… *slaakt een zucht* Ik ben beter, veel beter, in de kunst van het begin uitstellen. Een hele dag werken, in de vorm van e-mail beantwoorden, mijn agenda beheren, taken verdelen over de week, met collega’s bijpraten, etc. om aan het einde van de dag doodop te zijn, maar geen letter op papier te hebben gezet voor dat belangrijke beleidsstuk. Tot natuurlijk de deadline voor zoiets belangrijks nadert en ik mijzelf een dag of dagdeel moet opsluiten om dat alsnog in orde te brengen. De kunst van het beginnen, het daadwerkelijk direct reageren als het tijd is om met iets te beginnen en om de grote, lastige klussen niet voor je uit te schuiven. Het is een thema waar ik de komende tijd wat meer aandacht aan mag geven…
Toen las ik door. En ik ging me realiseren dat ik misschien best wel de kunst beheer van het beginnen (als ik mijzelf er weer even toe zet… ) maar dat ik de kunst van het ophouden veel en veel lastiger vind. Het neerleggen van je werk, als het klokje zegt dat het tijd is voor het volgende (of voor de pauze die zo belangrijk is), dat is nog niet zo gemakkelijk. Excuses genoeg ‘het gaat net zo lekker’, ‘nog even dit afmaken’, ‘nog even deze laatste bladzijde / e-mail / tekst aflezen’. Of ’s avonds laat, nog even op Facebook/Instagram/twitter/mijn e-mail/een blog kijken of er de laatste 10 minuten nog iets nieuws is gepost. Ook dan is de kunst van het ophouden een lastige, en slaap ik geregeld later in dan ik zou willen. Maar hoe beter ik ’s avonds weet op te houden, hoe makkelijker het de volgende dag is om meteen te reageren op de échte wekker. En de dag daadwerkelijk te beginnen met een welgemeend Ja-zeggen tegen de dingen die op mijn pad komen.
De kunst van het ophouden, en mijzelf daarmee de ruimte geven om de kunst van het beginnen in haar volheid uit te kunnen oefenen. Dát is het thema waar ik de komende tijd op mag gaan letten.
Eén van de leukste dingen van de kerstvakantie vind ik dat er als vanzelf tijd komt om te lezen. ’s Avonds de gordijnen dicht en in je cocon kruipen met een pot thee en een lekker dik boek. Of vroeg naar bed en nog lekker lang blijven lezen (of te laat naar bed en dan nog steeds te lang blijven lezen). Om vervolgens de volgende ochtend weer verder te lezen, liefst met een kopje koffie in bed.
In deze kerstvakantie werden er in ons huis verschillende boeken gelezen. Zelf las ik er vier waar ik zometeen kort wat over zal zeggen. En ik zal ook wat zeggen over het leesmonster dat onze zoon geworden is en wat hij leest.
Zelf (her-)las ik de eerste twee boeken van Terry Pratchett, ‘the colour of magic’ en ‘the light fantastic’, een onderwijsboek ‘Wanneer krijgen we weer les’ van Paula van Manen en zojuist bereikte ik het einde van het verhaal dat Jeroen Windmeijer in ‘het Paulus Labyrint’ vertelde. En ik heb van alle vier genoten, elk in hun eigen genre.
Terry Pratchett – ‘the colour of magic’ & ‘the light fantastic’
Van Terry Pratchett heb ik zo’n beetje alles al gelezen. Helaas is hij relatief jong overleden en zullen er geen boeken meer volgen. Zijn eerste verhalen ken ik niet zo goed en dat was mede de reden om de eerste boeken te herlezen. Het verhaal loopt eigenlijk door van ‘the colour of magic’ naar ‘the light fantastic’. Het engels kostte me af en toe wat moeite, misschien wel omdat ik me ervoor openstelde om de tekst beter te willen doorgronden waar ik in het verleden het verhaal meer leidend liet zijn en een enkel onbegrepen woord simpelweg oversloeg. Hierdoor heb ik van sommige stukken van het verhaal minder genoten maar tegelijkertijd ben ik het gehele verhaal meer gaan waarderen. Het mooie vond ik dat ik vanuit latere verhalen terug kon kijken en de ontwikkeling van een aantal personages, de ontwikkeling van de schrijver erin mocht zien. Voor iemand die Pratchett als schrijver nog niet kent, zou ik echter andere verhalen aanraden om mee te beginnen.
‘Wanneer krijgen we weer les?’ – Paula van Manen
Via mijn werk kreeg ik de kans om een onderwijsboek te lezen en er vervolgens een recensie over te schrijven. Dat laatste moet ik nog doen, maar kan ik hier mooi even oefenen ;-). Ik las ‘Wanneer krijgen we weer les?’, een titel die voortkomt uit de uitspraak die een MBO-student deed in de situatie waarin de schrijfster van het boek, Paula van Manen’ zich bevond. Het boek beschrijft de periode waarin gepersonaliseerd onderwijs wordt ingevoerd op de MBO-opleiding waar de schrijfster werkt, als docent, coach, leerpleinbegeleider. Ik vond het een prettig geschreven boek waarin een onderwijsvernieuwing gevolgd wordt vanuit het perspectief van de docent. De mooie idealen tegenover de dagelijkse praktijk. Het gaf me opnieuw het besef dat er heel veel randvoorwaarden van invloed zijn op het slagen van een onderwijsvernieuwing. Ik hoop dat ik dat besef in mijn werk nog vaak kan meenemen in mijn achterhoofd en ook dat ik van invloed mag zijn op het creëren van de juiste randvoorwaarden of op het gebruiken van het juiste momentum in situaties. Het boek is zeker een aanrader voor andere onderwijsmensen, niet zo diepgaand als andere boeken die over het onderwijs gaan, maar juist een mooie afwisseling door de focus op wat er in de praktijk gebeurt.
Lokaal lezen: ‘het Paulus Labyrint’ – Jeroen Windmeijer
Uit de bieb nam ik vorige week ‘het Paulus Labyrint’ mee. Aangeprezen als de ‘Leidse Dan Brown’ had ik het boek, of een ander verhaal van dezelfde schrijver al eens zien liggen bij de lokale boekhandel. De boeken van Dan Brown heb ik in het verleden met veel plezier gelezen, zeker waar de verhalen zich afspeelden op mij bekende plekken. Genoeg reden om ook eens iets te lezen van Jeroen Windmeijer. Het resultaat was een paar avonden veel te laat in slaap vallen, omdat ik in het verhaal werd meegezogen. Extra leuk was het om de straatnamen te herkennen en in mijn hoofd de straten, steegjes en bruggetjes te zien waar hoofdpersoon Peter de Haan doorheen liep, of soms rende om aan zijn achtervolgers te ontkomen. Een leuk spannend verhaal, en ik denk ook voor niet-Leienaren een aanrader.
‘de waanzinnige boomhut van 13 verdiepingen’
Een zevenjarig leesmonster
Naast mijn eigen page-turners genoot ik ook van het leesplezier van onze zoon. Na een wat moeizame leesstart ging hij in groep 3 al gauw als een speer. En inmiddels leest hij alles wat los en vast zit. Deze zomer is hij begonnen in Harry Potter (!) en ondertussen leest hij het razend spannende deel 5. Om dat een beetje in goede banen te leiden, lezen wij hem ook elke avond voor uit Harry Potter. Zo blijven we goed op de hoogte van waar hij is in het verhaal en hoe hij er op reageert. Omdat de boeken steeds spannender worden, proberen we ook weer wat actiever andere verhalen en boeken aan te reiken. En, toen ik voor een verjaardagscadeau het zesde deel van de waanzinnige boomhut kocht, nam ik het eerste deel mee voor onze zoon. Nog dezelfde dag was het boek uit! Hij heeft het gewoon verslonden. En het plezier en enthousiasme waarmee hij er vervolgens over kan vertellen. Prachtig!
Al eerder schreef ik dat ik een fervent lezer ben. Voor manLief geldt dat eveneens. Beiden koesteren wij de herinneringen aan de lange avonden die we lezend in bed doorbrachten. Vaak stiekem, met de gordijnen op een kiertje of met een half oor luisterend naar de geluiden in de woonkamer. Bij het minste gerucht werd het lichtje uitgeknipt, waarna onze ouders even later kwamen constateren dat ze inderdaad een ‘KLIK’ hadden gehoord. Warme gloeilampjes zijn lastig te verbergen…
Ook onze kinderen zijn dol op boeken. Dat kan ook haast niet anders, met de hoeveelheid leesvoer die aanwezig is in ons huis en het lezende voorbeeld van ons als ouders. Ik ga graag en geregeld met beide kinderen naar de bieb hier in de stad. Soms fietsen wij naar de bieb in de buitenwijk voor een iets ander aanbod. Wij hebben, zéér bewust, een dagelijkse krant (ook al moeten we soms heel snel doorbladeren om de ergste ellende nog niet uit te hoeven leggen). Op verlanglijstjes staat ook altijd een boek, vaak meer dan één.
En wat lezen wij dan zoal, vooral met / voor onze kinderen:
Paul van Loon – Zelf ben ik van de generatie ‘Griezelbus’, mijn broertje is vervolgens aangehaakt met Dolfje Weerwolfje en die laatste verhalen zijn ook favoriet bij onze oudste. Vooral ’s avonds voor het slapen gaan zijn het de, spannende, verhalen van Dolfje die zijn voorkeur hebben. Voor onze jongste is het Foeksia de Miniheks, eveneens van Paul van Loon, die we mogen voorlezen. Ze heeft een paar verhalen van Foeksia en die zijn ieder al zeker 10x gelezen sinds de decembermaand.
Het Muizenhuis – mijn schoonmoeder, vorig jaar maart overleden, was heel erg fan van het Muizenhuis vooral vanwege de enorme gedetailleerdheid van alle verschillende kamers in het huis. Haar boeken van het Muizenhuis hebben wij mogen meenemen en staan bij onze jongste op haar kamer. Erg leuk dat zij die verhalen nu ook meer en meer gaat waarderen en hoe we met elkaar de bijzonderheden in de platen kunnen ontdekken.
Roald Dahl – Wat ik zelf erg leuk vind is om een verhaal voor te lezen dat we op een later moment in filmvorm kunnen bekijken. Bovendien zocht ik een oplossing voor het soms trage eten van de kinderen. In plaats van ze op te jagen hun bord leeg te eten (omdat ik al lang klaar ben en eigenlijk verder wil) pak ik nu geregeld een boek en lees ze voor. Op voorwaarde natuurlijk dat ze dan blijven dooreten 😉 Zo hebben we Sjakie en de Chocoladefabriek en De Fantastische Meneer Vos in stukken na het eten gelezen. Van de eerste hebben we daarna ook de film (de originele film, niet die met Johnny Depp) gezien. Van de tweede staat die film nog op mijn lijstje voor een familie-film-middag.
Andere klassiekers die we hebben (voor-)gelezen zijn bijvoorbeeld Pluk van de Petteflet, aan beide kinderen toen zij de peuterleeftijd hadden. De Zevensprong van Tonke Dragt, waarbij we in de zomervakantie ook twee weken lang de oude tv-serie hebben gekeken elke avond. De dwergjes van Tuil, van Paul Biegel, voor onze jongste als verhaaltjes voor het slapengaan. En tot slot kan ik de Kleine Kapitein, eveneens van Paul Biegel, niet overslaan. Hiervan hebben we de luisterboeken die ik aanzet als ik samen met beide kinderen een langere autorit maak.
Hoe is het met jouw leeshonger gesteld? Ken je zoiets als leeshonger en heb je dat overgebracht op je kinderen? En welke boeken moeten we echt niet overslaan als we onze kinderen een heel breed aanbod willen aanreiken?