Mijn opa

Mijn opa (moederskant) was een bijzonder man. Hij was geen gemakkelijk man. En hoewel er excuses genoeg te maken zijn voor hoe hij was, was het ook niet altijd makkelijk. Niet voor mijn Oma, niet voor hun kinderen, niet voor hun schoonzoons/-dochters, niet voor zijn eigen broers en zus, niet voor de familie van mijn Oma. Niet voor werkgevers, klanten, vrienden. Maar, na dit sombere begin, ik hield veel van hem. En hij van mij, van ons, zijn (klein-)kinderen en vrouw.

Dit stuk gaat niet over mijn opa. Het gaat over zijn jeugd. En het komt door mijn interesse voor genealogie. Voor mijn eigen stamboom, maar vooral voor alle verhalen die als vruchten aan de takken van al die stambomen geplukt kunnen worden. Dit verhaal gaat over de ouders van mijn Opa:
Henricus Johannes Bernardus van der Heijden en
Cornelia Alberta Maria van Dijk.

Op 15 april 1941 overleed Cornelia Alberta Maria (roepnaam Cor), op 42-jarige leeftijd, bij of kort na de geboorte van haar 8e kind. Het kind is, voor zover ik kan nagaan levenloos ter wereld gekomen. Het gezin van der Heijden bleef achter zonder moeder. Zes jongens en één meisje, in de leeftijd van ca 18 jaar tot enkele jaren oud. Mijn Opa was het derde kind, 14 jaar oud en stond enige dagen later aan het koude graf van zijn moeder. Hij is zich altijd blijven herinneren hoe er van hem verwacht werd een schep zand op haar kist te gooien.

Al snel werd er voorzien in ondersteuning van het gezin, een huishoudster nam alle taken van moeder Cor op zich. Aan haar de zware taak om de kinderen in het gareel te houden, te voeden (en dat in de laatste hongerige jaren van de tweede wereldoorlog) en naar volwassenheid te begeleiden. De tochten die mijn Opa samen met zijn 3 jaar oudere broer maakte in de hongerwinter stonden hem eveneens in het geheugen gegrift. Niet dat beide jongens met veel voedsel naar huis kwamen na één of meerdere dagen van boerderij naar boerderij lopen. Maar hun portie eten van die dagen kon verdeeld worden over de jongere kinderen terwijl mijn Opa en zijn broer bij de meeste boerderijen waar ze aanklopten wel een snee brood en een beker melk in handen gedrukt kregen. Vanuit Hilversum kwamen ze zo soms wel tot in Andijk, twee pubers lopend op pad gestuurd.

Na een paar jaar trouwde vader Harry met de huishoudster (hieronder de inschrijving van zijn overlijden in het register van de burgerlijke stand waarbij zijn tweede echtgenote genoemd staat evenals zijn status als weduwnaar van zijn eerste vrouw) en ontfermde zij zich blijvend over de kinderen. De oudsten waren inmiddels uit huis of gingen snel hun eigen weg. De eerste (te snel) getrouwd (en later weer gescheiden), nummer twee en drie uitgezonden geweest naar Nederlands-Indië. De tweede zoon emigreerde, na thuiskomst uit Indië naar Nieuw Zeeland en werd daar houthakker, om eind jaren ’50 te overlijden bij een bedrijfsongeluk. Mijn Opa (nr 3 in de rij) overwoog zijn broer te volgen overzees, maar koos voor het opbouwen van een toekomst samen met mijn Oma. Omdat zij geen toestemming kreeg voor het huwelijk (en dat is weer een heel ander verhaal) hebben zij gewacht tot haar 30e verjaardag om in het late voorjaar van 1956 te kunnen trouwen. Waar de jongere broers en zus van mijn Opa in Hilversum en omstreken bleven wonen, trokken mijn Opa en Oma van baan (met huis) naar betrekking, naar eigen kansen en van stad naar dorp tot ze zo’n 10 jaar na hun huwelijk met hun vier kinderen neerstreken in Leiderdorp.

De moeizame relatie met huishoudster/stiefmoeder bleef al die jaren. Niet alleen tussen mijn Opa en deze vrouw, maar ook mijn moeder en haar zusje en broertjes voelden duidelijk dat dit geen echte oma was.

Waar de stroefheid in de relatie begint? Bij een volop puberende jongen die zijn moeder moest verliezen? Bij een strenge huishoudster die in een huishouden vol verwende jongens terecht kwam? Bij een jongen die zich niet wenste te schikken naar de nieuwe situatie thuis? Bij de periode van schaarste en onrust in Nederland? Bij een vrouw die nooit had verwacht moeder te worden en die rol wilde afdwingen bij het gezin waarin zij opgenomen wilde worden? Vragen die niet (meer) beantwoord kunnen worden. Als ze ooit al beantwoord konden worden. Vragen die horen bij het verhaal dat ik hierboven kort heb verteld. En dat naar aanleiding van de digitalisering van vele bestanden van de burgerlijke stand. In dit geval een aangifte van overlijden op 16 april 1941.

Advertentie

Over lezen

Al eerder schreef ik dat ik een fervent lezer ben. Voor manLief geldt dat eveneens. Beiden koesteren wij de herinneringen aan de lange avonden die we lezend in bed doorbrachten. Vaak stiekem, met de gordijnen op een kiertje of met een half oor luisterend naar de geluiden in de woonkamer. Bij het minste gerucht werd het lichtje uitgeknipt, waarna onze ouders even later kwamen constateren dat ze inderdaad een ‘KLIK’ hadden gehoord. Warme gloeilampjes zijn lastig te verbergen…

Ook onze kinderen zijn dol op boeken. Dat kan ook haast niet anders, met de hoeveelheid leesvoer die aanwezig is in ons huis en het lezende voorbeeld van ons als ouders. Ik ga graag en geregeld met beide kinderen naar de bieb hier in de stad. Soms fietsen wij naar de bieb in de buitenwijk voor een iets ander aanbod. Wij hebben, zéér bewust, een dagelijkse krant (ook al moeten we soms heel snel doorbladeren om de ergste ellende nog niet uit te hoeven leggen). Op verlanglijstjes staat ook altijd een boek, vaak meer dan één.

En wat lezen wij dan zoal, vooral met / voor onze kinderen:

Paul van Loon – Zelf ben ik van de generatie ‘Griezelbus’, mijn broertje is vervolgens aangehaakt met Dolfje Weerwolfje en die laatste verhalen zijn ook favoriet bij onze oudste. Vooral ’s avonds voor het slapen gaan zijn het de, spannende, verhalen van Dolfje die zijn voorkeur hebben. Voor onze jongste is het Foeksia de Miniheks, eveneens van Paul van Loon, die we mogen voorlezen. Ze heeft een paar verhalen van Foeksia en die zijn ieder al zeker 10x gelezen sinds de decembermaand.

Het Muizenhuis – mijn schoonmoeder, vorig jaar maart overleden, was heel erg fan van het Muizenhuis vooral vanwege de enorme gedetailleerdheid van alle verschillende kamers in het huis. Haar boeken van het Muizenhuis hebben wij mogen meenemen en staan bij onze jongste op haar kamer. Erg leuk dat zij die verhalen nu ook meer en meer gaat waarderen en hoe we met elkaar de bijzonderheden in de platen kunnen ontdekken.

Roald Dahl – Wat ik zelf erg leuk vind is om een verhaal voor te lezen dat we op een later moment in filmvorm kunnen bekijken. Bovendien zocht ik een oplossing voor het soms trage eten van de kinderen. In plaats van ze op te jagen hun bord leeg te eten (omdat ik al lang klaar ben en eigenlijk verder wil) pak ik nu geregeld een boek en lees ze voor. Op voorwaarde natuurlijk dat ze dan blijven dooreten 😉 Zo hebben we Sjakie en de Chocoladefabriek en De Fantastische Meneer Vos in stukken na het eten gelezen. Van de eerste hebben we daarna ook de film (de originele film, niet die met Johnny Depp) gezien. Van de tweede staat die film nog op mijn lijstje voor een familie-film-middag.

Andere klassiekers die we hebben (voor-)gelezen zijn bijvoorbeeld Pluk van de Petteflet, aan beide kinderen toen zij de peuterleeftijd hadden. De Zevensprong van Tonke Dragt, waarbij we in de zomervakantie ook twee weken lang de oude tv-serie hebben gekeken elke avond. De dwergjes van Tuil, van Paul Biegel, voor onze jongste als verhaaltjes voor het slapengaan. En tot slot kan ik de Kleine Kapitein, eveneens van Paul Biegel, niet overslaan. Hiervan hebben we de luisterboeken die ik aanzet als ik samen met beide kinderen een langere autorit maak.

Hoe is het met jouw leeshonger gesteld? Ken je zoiets als leeshonger en heb je dat overgebracht op je kinderen? En welke boeken moeten we echt niet overslaan als we onze kinderen een heel breed aanbod willen aanreiken?

Patronen

Al langere tijd ben ik me bewust van mijn spirituele reis. Mijn burnout van vorig jaar heeft deze reis een extra verdieping gegeven. Na de eerste fase van tot rust komen, mocht ik de cursus mindfulness doen. Daar heb ik veel geleerd; vooral in bewuster, maar zonder oordeel en (ver-)oordelen, naar mijzelf kijken. En binnenkort begin ik met de vervolgcursus, ‘zelfcompassie’, waarin omgaan met je innerlijke criticus nog meer aan bod zal komen.

De afgelopen weken kwam ik Marjolein Mennes online tegen, de vrouw achter ‘Lieve moeders‘. Ik deed mee met haar vijfdaagse mindful moeder training. En deze week doe ik mee met de ‘Tijd voor jezelf – challenge‘. Gister, de derde dag van de challenge, ging het over je kind als leermeester, of eigenlijk wat je zelf te leren hebt in situaties waarin je jouw kind ‘lastig’, ‘druk’, ‘vervelend’, ‘irritant’, etc. vindt. Marjolein verteld hier over situaties die er zijn tussen je kind en jou waar je uit je slof schiet, geprikkeld reageert, je overvallen voelt en waarin je eigenlijk anders zou willen reageren. Ze merkt hier op dat het dan vaak zo is dat het gedrag van jullie beiden, de interactie tussen jou en je kind, jou in oude gedragspatronen doet vallen.

‘je zult ook gedragspatronen zien die haaks op elkaar lijken te staan’

De manier waarop Marjolein over oude patronen sprak, deed mij beseffen dat wij heel veel oude patronen met ons meedragen. Ik realiseerde mij dat wij een samenraapsel zijn van gedragingen die wij gaandeweg ons leven hebben gezien bij anderen en hebben overgenomen. Gedragingen van onze ouders / opvoeders zullen hier de grootste stempel in drukken. Daarin zie je, als je goed kijkt, de gedragingen van je grootouders eveneens terug. Maar je zult ook gedragspatronen zien die haaks op elkaar lijken te staan. Daar waar je hebt besloten, of waar jouw ouders hebben besloten, om het anders te doen dan hoe jij of hoe zij het als kind ervaren hebben.

‘Jij kunt kiezen of je wilt reageren, hoe je wilt reageren.’

In hoeverre zit je vast aan oude gedragspatronen? Als er iets is wat mindfulness mij geleerd heeft, en blijft leren, is dat je niet vast hoeft te zitten. Je begint met opmerken, open staan voor elke ervaring en voor jouw gevoel daarbij. Niet met het doel iets te veranderen, te herstellen. Maar met het doel de ervaring met aandacht aan te gaan. Op het moment dat je mindful, met aandacht, de ervaring kan beleven dan kun je als het ware tegelijkertijd op een afstandje gaan staan van wat je overkomt. Je kunt naar de ervaring kijken en zien wat er gebeurd. Je stapt even opzij en kunt niet alleen zien wat er gebeurd, je kunt een keuze maken. Jij kunt kiezen of je wilt reageren, hoe je wilt reageren. Je kan je oude gedragspatroon volgen, of je kiest een andere route.

Let wel, je moet geen andere route kiezen. Maar door even afstand te nemen, heb je wel de mogelijkheid om een andere route te kiezen. Je hoeft niet door te geven wat je van je ouders hebt geleerd, en je hoeft het ook niet radicaal anders te doen. Maar het mag wel. Of je kiest voor de gulden middenweg. Alles is mogelijk, als je af en toe de rust kunt vinden om van een afstandje te kijken naar jezelf.

Wat ik nou het mooie vind, is dat ik me ben gaan realiseren dat ik bepaalde gedragingen met me meedraag. Gedragspatronen die ik nou eenmaal heb meegekregen van huis uit. Helpend, of minder helpend. Gedragingen die ik, onbewust, aan het doorgeven ben aan mijn kinderen. En de realisatie dat ik het anders kan doen. Dat ik bepaalde gedragingen juist mag gebruiken omdat ze een goed voorbeeld zijn voor mijn kinderen. En dat is voor mij een verdieping van mijn spirituele reis. Het is een persoonlijke reis, maar wel een reis die van impact is op mijn dierbaren.

Avondje uit

De kinderen waren logeren bij Opa en Oma. En de wederhelft stelde voor om samen naar de film te gaan. Bohemian Rhapsody. Ik had er her en der wel van gehoord en gelezen dat het een mooie film was. Daarbij had ik nog net opgeslagen dat de acteur die Freddy Mercury speelt daarvoor een Oscar had gekregen. Maar of het een ‘echte’ film zou zijn, of een biografisch geheel, of meer een documentaire met oude beelden… ik had eerlijk waar geen idee.

En zo fietsten wij donderdagnamiddag samen naar de stad. Dat alleen al was een bijzondere gewaarwording, samen zonder kinderen op pad. We gingen het pand van de bioscoop in en bemerkten onze eigen nostalgie. We kropen op één van de laatste rijen en gaven ons over aan de film.

En wat hebben we genoten. Een hele mooie film, een verhaal dat gebracht wordt onderstreept door de muziek van Queen. Zelf ben ik geen kenner van de band Queen, noch van hun muziek. Uiteraard ken ik een heel aantal van hun nummers (wie heeft er niet ooit een bandje of cd langer dan 14 dagen in de auto laten liggen, waardoor het veranderd in ‘greatest hits of queen’*) maar ik ken niet de details, noch de jaartallen waarin de nummers precies zijn uitgebracht. Als er dus nummers en jaartallen veranderd zijn (wat je op het wereld wijde web makkelijk kan teruglezen) dan merk ik dat niet en zie ik hoe het gebrachte verhaal versterkt wordt door de muziekkeuze.

Heel mooi vond ik de wijze waarop begin en einde van de film op elkaar pasten, ‘bookends‘. En als je op youtube kijkt, kun je de scene van de film vinden die afgespeeld wordt naast het live-optreden van Queen tijdens LiveAid. De choreografie lag er al en de acteurs van de film doen dit op prachtige wijze na. Een bewuste keuze van de filmmakers, maar dan ook werkelijk tot in de puntjes uitgevoerd. Daar heb ik reuze bewondering voor, net als bijvoorbeeld voor de kostuums die Freddy Mercury gedurende de gehele film draagt.

De film durf ik je zeker aan te raden. Als je de muziek van Queen een beetje leuk vind, als je kunt genieten van een tijdsbeeld uit de jaren 60-70-80, als je het interessant vind om wat meer te zien van de wisselwerking binnen een muziekband en de mensen die daar omheen staan zowel zakelijk als persoonlijk. Of als je de kans hebt samen een avondje de stad in te kunnen gaan en een excuus zoekt om dat ook echt te doen. Ik zeg gaan!

*deze grap komt uit het boek ‘good omens’ van Terry Pratchett en Neill Gaiman

Reminiscence

Toen mijn Opa en Oma in 2006 50 jaar getrouwd waren, scande ik deze foto’s in. Ik maakte er 3 verschillende versies van één uitnodiging mee. Zij kozen zelf de versie die zij het mooiste vonden. En vooral Opa was erg trots op de mooie uitnodiging die ik voor ze had gemaakt.

Nu is Opa er niet meer.

En in het gezicht van Oma zie ik ineens bekende lijnen. Trekken die ik ook in mijn eigen gezicht terugzie. En dat terwijl ik altijd dacht vooral op de familie van mijn vader te lijken…